Klik indien nodig hier voor weergave met frames

"WAARHEIDSVINDING"?

Mr. Ir. P.J.A. Prinsen, oud-advocaat
info@peterprinsen.nl
Malieveld Den Haag, 29 juni 2016

Onverschilligheid tegenover de waarheid heeft tweeërlei gevolg:
  • onnodige uithuisplaatsingen
  • onnodige calamiteiten
  1. Het debat over "waarheidsvinding"

    Al meer dan een halve eeuw protesteren ouders vergeefs tegen onware beschuldigingen door kinderbeschermers. Op grond van die beschuldigingen werden hun kinderen onder toezicht gesteld of zelfs uit huis geplaatst. De autoriteiten (inclusief de kinderrechters) reageerden steevast met: "In het jeugdrecht gaat het niet om waarheidsvinding". Klachten van ouders werden door de nationale ombudsman herhaaldelijk gegrond bevonden, maar dat had nooit effect.

    In de NRC van 19 maart 2011 verscheen een opiniestuk van ondergetekende onder de titel "Of beschuldiging waar is, doet er bij kinderrechter niet toe".

    Na enkele kritische reacties in NRC op het opiniestuk vanuit de jeugdzorgwereld mengde de (toenmalige) nationale ombudsman Brenninkmeijer zich in dit openbare debat met een artikel in het Tijdschrift voor Familie- en Jeugdrecht (FJR). Daarin rekende hij af met de critici uit de jeugdzorgwereld en verklaarde zich "meer [te kunnen] vinden in de zienswijze van Prinsen". "Hoe moeten professionals in jeugdbeschermingszaken omgaan met feiten, met het vaststellen van feiten, met waarheid en waarheidsvinding?" Dat is de kwestie. Terecht maakte de nationale ombudsman onderscheid tussen 'waarheid' en 'waarheidsvinding'.

    Sindsdien wordt er regelmatig publiekelijk gedebatteerd over de protesten van ouders tegen valse beschuldigingen in de rapporten. Dat debat wordt gevoerd onder de (oneigenlijke) titel 'waarheidsvinding'. 'Oneigenlijk' omdat het niet gaat over het vinden van de waarheid maar over het uitbannen van onwaarheid, van 'valse beschuldigingen'.

    In december 2011 publiceerde het Landelijk Cliëntenforum Jeugdzorg (LCJ, later opgegaan in het LOC) een brochure gewijd aan het probleem.

    Dankzij actie van het LCJ werd op 8 oktober 2013 het amendement Van der Burg en Bergkamp voorgesteld waarin de raden voor de kinderbescherming en de jeugdzorginstellingen uitdrukkelijk werden verplicht "de van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid aan te voeren".

    Op 6 november 2013 organiseerde de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO) een debat in De Balie te Amsterdam, over "De toon van het debat". Ondergetekende hield in een bijdrage een pleidooi voor het formeren van een "Waarheidscomité", met tot taak het realiseren van rechtsherstel in al die gevallen van onterechte uithuisplaatsingen.

    Op 26 mei 2015 schreef ZORG+WELZIJN (en diverse andere instanties) naar aanleiding van het Jaarbericht 2014 van de Inspectie Jeugdzorg in zijn blog: 'Te veel valse beschuldigingen in de jeugdzorg'

    Op 18 augustus 2015 pleitte D66-Tweede Kamerlid Vera Bergkamp voor het instellen van een commissie afgesloten jeugdzaken. Die commissie zou helderheid moeten verschaffen in afgeronde zaken waar bij betrokkenen twijfels over de juistheid van beslissingen blijft bestaan.

    Tot op de dag van vandaag duren de protesten tegen valse beschuldigingen door de jeugdzorgketen voort...

  2. Weldaden en wandaden

    Er zijn ontaarde ouders die aan weldenkende mensen de reactie ontlokken “Hier moet ingegrepen worden”. Ingrijpen kan dan noodzakelijk zijn en een weldaad voor hun kind.

    Over die ouders gaat dit artikel niet. Dit artikel gaat niet over de weldaden, maar over de wandaden van de Jeugdzorgketen.

    Ter legitimatie van deze keuze: naar goed Popperiaans principe moeten we bij het onderzoek naar de deugdelijkheid van een theorie niet zoeken naar verificatie maar naar falsificatie.

  3. Wandaden
  4. Dit artikel gaat over de ouders in de jeugdzorg die protesteren tegen "schending van kinder- en mensenrechten". Tegen, zoals sommigen dat noemen: "verkrachting van de Rechtsstaat", en "een cultuur van misleiding" in sommige zaken.

    Die ouders – het zijn er veel – protesteren wanhopig omdat hun kinderen op valse gronden uit huis zijn gehaald en zijn afgevoerd naar een geheim adres.

    Autoriteiten doen die protesten nog altijd geringschattend af als “uitingen van ontevreden ouders”. Wie dat durft te zeggen getuigt niet van enig besef van urgentie. Van besef dat er een eind moet komen aan deze "wandaden".

    Ongetwijfeld hebben zich bij de protesterende ouders ook ouders aangesloten die daar niet thuishoren. Bijvoorbeeld omdat zij zich verzetten tegen een maatregel die welbeschouwd als terecht moet worden aangemerkt. Zoals gezegd: over die ouders gaat dit artikel niet.

    In dit artikel neem ik als voorbeeld de zaak die in de hiervoor genoemde publikatie uit 2011 werd besproken, een zaak uit eigen praktijk. Is er sindsdien iets veranderd? Ja, er zijn protocollen opgesteld, maar voor de waarheidsgetrouwheid van de rapportages hebben deze geen enkel effect. Kinderrechters doen nu eenmaal niet aan waarheidsvinding, daar kan geen protocol wat aan veranderen. En dan is voor de jeugdzorg- of kinderbeschermingrapporteur de verleiding wel erg groot om het eigen (voor)oordeel of prestatiedrang zwaarder te laten wegen dan de waarheid. En al helemaal als (voor)oordeel of prestatiedruk van hoger hand is opgelegd.

    De aangehaalde citaten zijn letterlijk overgenomen uit het procesdossier van de zaak uit 2011. In die zaak heb ik het optreden van de gehele jeugdzorgketen, tot en met de kinderrechter, van begin tot eind meegemaakt. Ik heb de "schending van kinder- en mensenrechten" in de jeugdzorgketen met eigen ogen waargenomen. Zaken als deze zijn ook nu nog geen uitzondering, niet alleen in mijn eigen praktijk, maar ook in die van veel "weldenkende" advocaten.

    Dit artikel gaat over ouders die in het jeugdrecht hun zaak volledig uit de hand hebben zien lopen en die geen enkele mogelijkheid hebben om dingen recht te zetten. Hun gezin en het leven van hun kind is een nachtmerrie geworden waaraan niet te ontsnappen is.

    Rapporten mogen zij corrigeren voor zover het geboortedata, huisnummers enzo betreft. Inhoudelijke betwistingen worden niet serieus genomen. Zij worden als bijlage aan het rapport gehecht, maar in het rapport zelf blijven de gewraakte passages vaak staan. Alle betrokken autoriteiten, van hoog tot laag, beroepen zich op het mantra "Wij doen niet aan waarheidsvinding".

  5. Waarheidsvinding, wat is dat eigenlijk?

    Professionals in de Jeugdzorg gebruiken het mantra "Wij doen niet aan waarheidsvinding" als een toverformule om het verwijt van onwaarheden te smoren. Deze professioneel aandoende term is steeds hun laatste woord.

    Maar Waarheidsvinding, wat is dat eigenlijk?

    Liever stel ik de omgekeerde vraag:

    Niet aan waarheidsvinding doen, is dat

    • een vrijbrief om de waarheid geweld aan te doen?

    • een vrijbrief voor bewust onware beweringen en het verzinnen van feiten?

    • een vrijbrief om te grossieren in meningen die aan de feiten geen boodschap hebben?

    • een vrijbrief voor willekeur en vooroordeel?

    Nee, natuurlijk. Maar toch staan protesterende ouders telkens met de mond vol tanden! Wat is hier dan aan de hand?

  6. "Wij-Doen-Niet-Aan-Waarheidsvinding": een stropopweerlegging

    Het mantra ‘Wij-Doen-Niet-Aan-Waarheidsvinding’ is een drogreden van het type Stropop. Het is afkomstig van de spindoctors van Kinderbescherming en Jeugdzorg die een standaard weerwoord hebben bedacht om protesterende ouders de mond te snoeren. De Stropop-drogreden gaat als volgt:

    • Ouders verwijten Jeugdzorg bewust onwaarheden te verzinnen.
    • Jeugdzorg zegt: “wij doen niet aan waarheidsvinding”.
    • Maar 'Waarheidsvinding' is een rechtstheoretisch leerstuk.
      "Waarheidsvinding" is een stropop; geen afdoende weerlegging van het verwijt.

    Waarheidsvinding is rechtstheoretisch inderdaad niet de taak van Jeugdzorg maar van de rechter. Maar het protest ging over wat anders: Jeugdzorg hoort de waarheid te spreken, d.w.z. niet te misleiden met verzonnen feiten, dáár hadden de ouders het over. Door te beginnen over 'waarheidsvinding' creëert de jeugdzorgprofessional een spraakverwarring en deze spraakverwarring heeft zich tot in het publieke debat voortgeplant. Geniaal, maar onethisch.

    Het schermen met het rechtstheoretisch leerstuk ‘waarheidsvinding’ is gewichtigdoenerij met een door leken niet begrepen term. Het is potjeslatijn van Jeugdzorg.

    Jeugdzorg en Kinderbescherming hebben de rechtsplicht om de feiten volledig en naar waarheid aan de rechter voor te leggen. Zo staat het in de wet.

    ‘Waarheidsvinding’ en, vervolgens, ‘rechtsvinding’, zijn taken van de rechter, maar, zoals gezegd: Kinderrechters verzaken hun taak. Zij zien de Raad en Jeugdzorg als adviseur van de kinderrechter, niet als partij in een juridisch debat en dat ontslaat de rechters dan weer van hun controlerende taak volgens het bewijsrecht (“wie stelt bewijst”).

    Hielden de ouders nu maar vast aan hun protest tegen valse beschuldigingen en misleiding. Maar nee, zij nemen de stropop over en spreken met grote verontwaardiging op hun sociale media schande met de woorden:

    “Jeugdzorg doet niet aan waarheidsvinding!”

    Dit heeft geleid tot aandacht van media en politiek.

    En ziedaar: het publieke en politieke debat wordt gevoerd onder de naam “Waarheidsvinding”, precies zoals de spindoctors het wilden. Het oorspronkelijke thema ‘misleidende onwaarheden’ en 'vasle beschuldigingen' als op zichzelf staand thema is daarin volkomen verwaterd.

  7. Repressieve tolerantie

    Wat is repressieve tolerantie:? Daarvan spreekt men als de overheid een stem (en financiering) geeft aan een lastige protestgroep, bijvoorbeeld in de vorm van klachtencommissies, cliëntenraden, vertrouwenspersonen. Met die quasi-tolerante opstelling beoogt de overheid het debat onschadelijk te maken voor het bestaande beleid. Bijvoorbeeld door manipulatie door middel van het stichten van spraakverwarring en 'framing'.

    Dat is wat hier is gebeurd. Ouders, en hun medestanders in media en politiek, zijn in de val getrapt van repressieve tolerantie: het oorspronkelijke protest tegen brutale onwaarheden, willekeur, misleiding en vooroordeel is gesmoord in een oeverloos lekendebat over het rechtstheoretische leerstuk ‘waarheidsvinding’. Dat debat wordt gedomineerd door de spindoctors van Kinderbescherming en Jeugdzorg.

  8. De Kinderombudsman

    Repressieve tolerantie werkt als een sluipend gif dat het openbare debat vergiftigt. Een toonbeeld daarvan is het in 2013 verschenen rapport “Is de zorg gegrond” van de vorige kinderombudsman Dullaert.

    Door de natie werd Dullaert als een heilige vereerd. Zijn rapport is voor mij de grootste deceptie in mijn carrière geweest. Het rapport is geschreven vanuit het perspectief van de jeugdzorgprofessionals. Protesten van ouders over de onwaarheden en valse beschuldigingen door Jeugdzorg worden geplaatst in het kader van ontevredenheid met de voor hen nadelige conclusies die Jeugdzorg in hun casus trekt. Het rapport ging niet meer over onwaarheden van Jeugdzorg, maar over 'waarheidsvinding', d.w.z. over de moeilijke zoektocht naar de juiste beslissing. Niet over, diplomatiek gezegd, "stop de vermijdbare onwaarheden".

    De Kinderombudsman schrijft: “Concluderend kan worden gesteld dat het AMK, BJZ en de Raad over het algemeen professioneel en deskundig te werk gaan.”

    Over de cultuur van onverschilligheid voor waarheid? Geen woord. Alleen maar: “Desondanks komen fouten in het onderzoeksproces en rapportages […]met enige regelmaat voor.”

    En zijn aanbevelingen: méér protocollen, méér trainingen. Kortom: méér van hetzelfde.

  9. Het Waarheids-amendement Van der Burg / Bergkamp

    Dankzij een amendement van de Tweede-Kamerleden Van der Burg (VVD) en Bergkamp (D66) is in de Jeugdwet een waarheidsplicht (die al sinds jaar en dag in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering stond) expliciet voor de raad voor de kinderbescherming en Jeugdzorg opgenomen:

    De raad voor de kinderbescherming en de gecertificeerde instelling zijn verplicht in rapportages of verzoekschriften de van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid aan te voeren.

    Zijn we er nu? Is het debat hiermee beëindigd?

    Voor de praktijk betekent het slechts, dat de raad en jeugdzorg tegen protesterende ouders niet meer mogen zeggen dat ze “niet aan waarheidsvinding doen”.

    De indieners van het waarheidsamendement echter zijn zeer vasthoudend en verdienen steun. Zij verdedigen zeer vasthoudend de bedoeling van het nieuwe wetsartikel tegenover de minister van Veiligheid en Justitie. De minister van zijn kant volgt braaf de aanbevelingen van de kinderombudsman: meer protocollen, beter hun best doen, meer van hetzelfde. Het laatste woord is hier nog niet over gezegd.

  10. Cultuur

    De cultuur bij Jeugdzorg, Kinderbescherming, AMHK en alle instellingen is vergiftigd.

    Vergiftigd door minachting voor de waarheid - de hoeksteen van een Rechtsstaat.

    Op 5 november 2013 schreef de toenmalige bestuursvoorzitter BJAA (Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam) Erik Gerritsen in een artikel in Binnenlands Bestuur:

    “Natuurlijk moet jeugdzorg ruimhartiger worden in het toegeven van fouten, maar er is meer nodig dan dat.”

    Inderdaad: er is meer nodig dan dat. Maar niet nog meer protocollen en trainingen. Niet nog meer papieren tijgers.

    Er is behoefte aan een Juristencomité Jeugdzorg en Kinderbescherming, bestaande uit onafhankelijke kritische juristen met als taak: het voorbereiden van

    • een parlementaire enquête naar de problematische cultuur binnen de jeugbeschermingsketen

    • het voorstellen van adequate sanctiemechanismen

    • rechtsherstel voor onterecht uit huis geplaatste en/of onder toezicht gestelde kinderen en hun ouders.